KLEDING – costs per wear

In een eerdere blog schreef ik over de Capsule Wardrobe. Een kledingkast die in de kern bestaat uit tijdloze kledingstukken en die je als basis gebruikt om je outfits mee samen te stellen. Vandaag iets meer over de financiële kant daarvan.

Zo’n Capsule Wardrobe is natuurlijk een mooi idee, maar feit is dat vrijwel iedereen een grens heeft aan zijn portemonnee. En dat is eigenlijk ook wel fijn. Laat me dat even uitleggen.

Met een beperkt budget is het namelijk extra belangrijk dat je goed nadenkt over je aankopen. Daarover zijn we het wel eens denk ik. Een item dat je in de uitverkoop voor een paar euro op de kop kan tikken en vervolgens niet draagt, is niets meer of minder dan weg gegooid geld.

Om beter te begrijpen wat de waarde van kleding is, bestaat er een rekenmethode. Voordat je afhaakt omdat rekenen niet je sterkste vak was op school: dit is echt niet zo moeilijk. Je hebt vast wel eens in de supermarkt gestaan met twee potjes aardbeienjam in je handen en vervolgens gekeken welke jam in verhouding het goedkoopst is. Je weegt dan twee dingen tegen elkaar af, namelijk: prijs en inhoud.

Zo werkt het ook met kleding. Gek genoeg denken we daar helemaal niet zo rationeel over na. Logisch ook, want om in de termen van jam te blijven: er komen iedere keer andere verpakkingen, smaken, merken en combinaties uit. En het is nou niet zo dat je van tevoren tot achter de komma kunt uitrekenen waarvoor je nou het meeste waar voor je geld krijgt.

Wel kun je jezelf trainen door van tevoren na te denken welk item een goede aanvulling kan zijn op je (basis)garderobe. Als je met een goede blazer zowel je spijkerbroek kan upgraden, als je zomerjurkjes langer door kan dragen in de herfst en winter, mag je daar best wat extra geld aan kwijt zijn. Je hoeft daarom bijvoorbeeld niet nog een extra winterjurkje te kopen. En je hebt meteen een extra outfit voor de vrijdagmiddagborrel, zonder dat je daarvoor een compleet nieuwe outfit moet aanschaffen.

Het is handig als je een item vaker in kunt zetten en dan mag het ook wel wat meer kosten. Klein rekenvoorbeeld:

10 jurken à € 25/st = € 250. Iedere jurk staat je net niet en draag je daarom hooguit 4 dagen (in totaal 40 draagdagen). Dat is per draagdag (€ 250/40 dagen) € 6,25.

2 jurken à € 80 /st = € 160. Iedere jurk kan je jaarrond dragen (zeg: 20 draagdagen per jurk, dus ook 40). Dat is per draagdag (€ 160/40 dagen) €4.

We noemen dit systeem ‘COST PER WEAR’. Een heel inzichtelijke manier om te leren dat goedkoop echt duurkoop kan zijn als je het voornoemde goedkope jurkje niet echt draagt.

Hiermee zeg ik niet dat je dure dingen moet gaan kopen. Ik heb een jurkje in de kast hangen dat me nog geen €20 kostte en die draag ik om de klapscheet. Prima costs per wear-ratio.

Het is goed om na te denken voordat je iets gaat kopen. (Sowieso goed om na te denken trouwens.) Daarvoor is het ook fijn om te weten wat voor je stijl je leuk vindt. En wat je staat qua kleur en pasvorm voordat je een winkelschap leeg gaat kopen.

Over onder andere de ecologische voetafdruk van fast fashion, bewust en duurzaam kleding kopen, project 333 en meer schrijf ik meer in komende blogs. Sterker nog: we worden erin meegenomen door een heuse gastblogger! Lees je mee?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deel dit bericht op:

opinie
MISStainable

pfas en de GEWONE BURGER

Huize SIStainable staat in het mooie Dordrecht, dat de laatste tijd nogal in het nieuws is vanwege de fabriek Chemours (voorheen DuPont). Zie ook voorgaande blog.

opinie
MISStainable

PFAS en de gewone burger

Huize SIStainable staat in het mooie Dordrecht, dat de laatste tijd nogal in het nieuws is vanwege de fabriek Chemours (voorheen DuPont).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *