Hoe ik startte met minimaliseren – kleurplaat
Tussen de stapels kinderkleding in allerlei maten vroeg ik me ineens af hoe het zou zijn als al die dozen (uiteraard allemaal gelabeld, netjes gesorteerd op sekse en maat) niet meer in een hoekje op de vliering zouden staan. Als daar bijvoorbeeld, houd je vast… een leeg vak zou ontstaan.
Mijn minimaliseer-moment startte allereerst bij het vermogen om een huis voor me te kunnen zien waarin niet de efficiënte opbergmethodes de hoofdrol speelden, maar de rust en de ruimte van leegte. Lege vlakken, rustige omgeving.
Toen ik dat voor me zag, daar op de vliering met een paar kerstlampjes bij wijze van verlichting, was het me ineens duidelijk: ik bezit deze spullen niet, deze spullen bezitten mij. Ik ontleen aan het hebben van deze voorraad een bepaalde veiligheid voor de toekomst. Hoe raar is dat?
Vanaf toen was het net alsof ik andersom ging kleuren. Ik zag de volledig ingekleurde plaat met allemaal ditjes en datjes en bakken en dozen en ging deze stuk voor stuk ontkleuren, uitgummen. Met het beeld van een rustig huis voor me.
Heb ik nooit te veel weggegumd? Ja en nee. Ja, ik heb dingen weggegumd die later wel handig bleken te zijn. Maar dat was geen drama, want alles is te vervangen, te leen of te koop.
Maar dan heb ik nu zeker zo’n kleurloos huis? Mjah. Het is minder hysterisch dan voorheen en dat past bij mijn wensen wel goed. Maar dat betekent niet dat ik een saaie kleurloze kleurplaat heb – ik houd van de vormen en kleuren die langzamerhand tevoorschijn kwamen.
Jouw kleurplaat kan er helemaal anders uit zien. Dat is wel het mooie van bewustwording: je kopieert niet klakkeloos wat een ander doet of wat insta je voorspiegelt. Nee, je denkt juist na over wie jíj bent en wat jíj belangrijk vindt.
In een volgende blog schrijf ik iets over de kernvragen die ik mezelf stelde in mijn route naar een minimalistischer bestaan. Lees je mee?

Of kies voor
Deel dit bericht op:

De citroen-factor
When life gives you lemons: oftewel wat je allemaal kunt doen met een citroen.

Postbode Siemen
Altijd als ik start met het dialect van de serie Zaai (insert) praat ik gevoeglijk een half uur door met de slepende ‘el’ van postbode Siemen. En het kost me daarna geheid moeite om weer gezellig te Algemeen Beschaafd Nederlands’en.